Mindfulness is goed om toe te passen tijdens het eten. Hoe vaak gebeurt het niet dat je even snel aan het aanrecht een boterham klaarmaakt en die dan maar meteen opeet? Of dat je op je werk zit en nog even wat wilt afmaken en daarom je boterhammen achter je computer op eet?
Eigenlijk is dat heel slecht voor je. Je geniet niet van je eten en je luistert minder goed naar je lichaam dat moet aangeven of het verzadigd is of niet. En het is ook nog eens zonde van de tijd die je hebt besteed aan het klaarmaken van die boterhammen of welke lunch je dan ook voor jezelf hebt klaargemaakt. Een lesje in mindful eten!
Wat is mindfulness?
Mindfulness betekent letterlijk “met aandacht”. Ook de termen aandachtsgericht, oplettend, alert, bewustzijnsgericht worden vaak gebruikt om het begrip mindfulness uit te leggen. Het betekent dus dat je met aandacht iets doet. Je leeft daardoor veel dan meer in het nu dan wanneer je gedachteloos iets doet. Omdat we allemaal drukke levens hebben is het doen van iets met aandacht heel moeilijk geworden.
Oefening in mindful eten
Mindful met je eten omgaan, betekent dat je moet gaan oefenen om met aandacht te eten. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Ik heb eens tijdens een evenement ervaren hoe het is om met aandacht een chocolat chip cookie te eten. De workshop werd gegeven door Rita Zeelenberg. Iedere deelnemer aan deze korte workshop kreeg een koekje en dat mocht je niet opeten. Vervolgens moest je telkens bepalen hoe het gesteld was met je hongersoorten. Er zijn namelijk 7 hongersoorten volgens Jan Chozen Bays (auteur van het boek ‘Mindful Eten‘):
- Ooghonger. Dit ervaar je als je iets eet of als je anderen ziet eten.
- Neushonger. Dit ervaar je als je iets te eten ruikt. Bijvoorbeeld je loopt langs de bakker en ruikt de croissantjes die net uit de oven komen. Het water loopt je dan bijna letterlijk in je mond.
- Mondhonger. Dit ervaar je als je iets proeft.
- Maaghonger. Dit ervaar je doordat je maag begint te knorren, je lichaam geeft hiermee aan dat het behoefte heeft aan iets eetbaars.
- Lichaamshonger. Dit ervaar je als je lichaam echt behoefte heeft aan voedingsstoffen. Bijvoorbeeld als je je ineens heel slap voelt. Het is vaak lastig te herkennen dat je deze honger ervaart.
- Hoofdhonger. Dit is honger die je ervaart doordat je elke dag op hetzelfde tijdstip eet. Bijvoorbeeld: je bent gewend om elke middag om 12.00 uur te lunchen, dan ervaar dus rond 12.00 uur een soort honger.
- Harthonger. Dit heeft te maken met je emoties. Bijvoorbeeld je voelt je verdrietig en gaat daarom eten.
Honger of dorst?
Even terug naar de oefening met het koekje. Je moest dus zeven keer bepalen hoe het met je honger gesteld is. Door deze honger een cijfer te geven, heb je een indicatie of je zin hebt om het koekje te eten. Tot slot moest je bij jezelf te rade gaan of je dorst had. Dit is omdat honger vaak verward wordt met dorst.
Bij een gevoel van honger wil het wel eens helpen om eerst een glas water te drinken en daarna te bekijken of je nog steeds trek hebt.
Het einde van de oefening was de vraag of je het koekje ging opeten of niet. Het was verrassend te merken dat ik dit geval niet het koekje at, maar wel een flesje water leegdronk. Ik bleek dus gewoon dorst te hebben! Daarom is het dus ook belangrijk om altijd een flesje water bij de hand te hebben. Ook als je onderweg bent.
Ik vond het verrassend te ervaren dat er zoveel soorten honger bestaan. En ook dat ik door deze oefening met aandacht te doen, ervaren heb dat ik dorst had. Je kunt deze oefening zelf ook uitproberen. Je kunt dit zelfs doen als je denkt dat je trek hebt. Niemand hoeft er iets van te merken. Het is – na een tijdje van oefenen – een handige manier om te bepalen of je echt ergens trek in hebt of dat je bijvoorbeeld gewoon dorst hebt.
Heb jij wel eens ervaren hoe is het is om echt met aandacht iets te eten?
