Dat bestrijdingsmiddelen allerlei klachten kunnen geven op de lange termijn, wisten we al. Sinds kort kennen we een nieuw bestrijdingsmiddel: Neonicotinoïden. Op de lange termijn kan dit bestrijdingsmiddel schadelijke gevolgen hebben op onder andere de hersenontwikkeling van een baby en voor de intelligentie van je kind.
Half januari 2013 werden champignons massaal uit de rekken gehaald naar aanleiding van een te hoog gehalte aan nicotine. Over de oorzaak wordt niet veel prijs gegeven, maar één bron leidde naar het mogelijk gebruik van neonicotinoïden bij een naburig kippenbedrijf.
Gebruik van neonicotinoïden
Neonicotinoïden zijn het meest gebruikte bestrijdingsmiddel tegen onder meer bladluizen en worden voornamelijk gebruikt bij de teelt van suikerbieten, maïs en gewassen als wintertarwe en –gerst, spelt, kool –en vlaszaad. Natuurpunt en verschillende andere natuurorganisaties pleiten voor een verbod voor deze insecticiden, omdat het aan de basis ligt van een enorme bijensterfte!
Meer dan in één sigaret
Volgens toxicoloog Henk Tennekes krijgen we van dit insectengif, dat erg lijkt op nicotine, dagelijks meer dan 1,5 mg binnen, terwijl er in een sigaret ongeveer 1 mg nicotine zit. Via verschillende rapporten (2010 – 2012) toont hij aan dat deze veelgebruikte insecticide een binding aangaat met de acetylcholinereceptoren. Dit zijn receptoren die voorkomen in onze hersenen. Helaas kunnen de enzymen (acetylcholinesterases) dit niet afbreken, waardoor schadelijke gevolgen kunnen ontstaan voor onder meer de hersenontwikkeling van een baby tijdens de zwangerschap. Ook ADHD, autisme, en minder intellectuele intelligentie op latere leeftijd kan het gevolg zijn van dit toxische landbouwgif.
In februari 2013 is er een veterinair departement in India, die een publicatie uitbracht waarin het effect van vitamine C tegen de oxidatieve stress, veroorzaakt door de neonicotinoïde Imidacloprid, beschreven staat.
Advies
Kies zo veel mogelijk voor biologisch, organisch geteelde gewassen, vrij van insecticiden. Ondersteun je ontgiftingsproces fase I en II van de lever door voldoende inname van carotenoïden (wortel), vitamines E & C (10 mg vit C per kilo gewicht), foliumzuur (Vit B9), glutathion, mineralen zoals selenium en zink, coënzym Q10, aminozuren zoals taurine, glycine, cysteïne en glutamine.