De laatste jaren hoor je steeds vaker termen voorbij komen als: paleo, oervoeding, primal en caveman. Niet alle termen zijn exact hetzelfde, maar ze komen wel voort uit dezelfde conclusie: ons lichaam is niet geschikt voor modern voedsel. Voor optimale gezondheid zouden we moeten kijken naar wat onze voorouders aten.
We zouden moeten eten zoals de mensen tot 10.000 jaar geleden aten, voor de tijd van de landbouw. Dit was het tijdperk van de jager-verzamelaars. Kort door de bocht was de rolverdeling zo dat mannen gingen jagen en vrouwen gingen verzamelen. De mens moest het wat jagen betreft opnemen tegen andere jagers als leeuwen, tijgers en andere dieren die iets gevaarlijker waren dan de mens zelf. Daarom moest de mens vaker genoegen nemen met kleine dieren. En dat is wat oervoeding is: alles wat verzameld kon worden in het bos en vlees van (eenvoudig te vangen) vogels, vissen en zoogdieren.
Wat is oervoeding?
Bomen, planten en dergelijke lopen niet weg. De mens had dus vooral heel veel groente tot zijn beschikking in de Oertijd. Een groot deel van de voeding van de mens bestond dan ook uit bladgroente, paddenstoelen, wortels, knollen en andere gewassen. Als het er was, stond fruit ook op het menu. De dappere oermens durfde het aan om honing uit een bijenkorf te halen en dat was het dan ook wat koolhydraten betrof: groente, seizoensfruit en heel af en toe honing.
Als belangrijkste bronnen van eiwitten en vetten had de mens paddenstoelen, eieren, (niet vliegend) gevogelte, vis, klein wild en veel insecten. Je moet er waarschijnlijk misschien niet aan denken, maar insecten zijn een betere bron van eiwitten, vitamines en mineralen dan het vlees van welk dier dan ook. En het mooie was (en is) dat er heel veel insecten waren en dat ze makkelijk te vangen waren. Heel af en toe slaagde de mens er in om ook groot wild te vangen. Daar konden ze een hele tijd op teren.
Ook nootjes en zaden at de mens wel eens. Waarschijnlijk waren het maar een paar nootjes per keer, want een walnoot of hazelnoot valt wel te kraken met een steen, maar een amandel van zijn jasje ontdoen kan een heel karwei zijn voor 1 zo’n klein nootje.
Oervoeding vs. moderne voeding
Oervoeding houdt in: groente, fruit, eieren, gevogelte, vis, nootjes en zaden en heel af en toe vlees van andere zoogdieren. Koolhydraten, eiwitten en vetten namen alle drie ongeveer een derde van de energie-inname in beslag. De oermens had vooral groente als bron van koolhydraten. In 100 gram spinazie bijvoorbeeld zit 0,6 gram koolhydraten. Dus om aan die 35% koolhydraten te komen moest de oermens heel erg veel groente eten. 100 gram mango bevat 12,8 gram koolhydraten. Dat gaat wat harder, maar dan heb je nog steeds heel veel groente en fruit nodig. Voordeel is wel dat die boordevol vitamines en mineralen zitten.
Tegenwoordig eten we meer dan 60% koolhydraten, maar die komen niet uit groente en fruit, maar uit granen, peulvruchten, zuivel en suiker. Dat zijn voedingsmiddelen die ons lijf helemaal niet kent. Daar komt bij dat 1 snee volkoren brood bijna 20 gram koolhydraten bevat en dat al die overtollige suikers uiteindelijk opgeslagen worden als vet. Bovendien worden we bang gemaakt voor vet eten en van te veel eiwitten zouden we nierstenen of jicht krijgen. Dus daar krijgen we dan ook te weinig van binnen. Maar het feit is dat de mens al aardig wat jaren op de aarde rond loopt en altijd ‘oervoeding’ heeft gegeten. Op een klok van 12 uur is de tijd dat we granen, peulvruchten en zuivel eten gelijk aan enkele seconden.
Waarom oervoeding?
De oermens was sterk, slank, fit, energiek en gezond. De moderne mens is ziek en zwak. Vrijwel iedereen heeft last van kleine of grotere kwalen. Kleine klachten als hoofdpijn of buikpijn worden geaccepteerd als normaal, terwijl ieder pijntje, ieder klachtje eigenlijk een signaal is van het lichaam dat er iets niet klopt.
De mens is geëvolueerd en dat proces is nog altijd gaande, maar we hebben onze omgeving en ons voedingspatroon veel sneller laten evolueren dan ons lichaam bij kon houden. In feite hebben we genetisch gezien een heel oud lichaam. Sinds de tijd van de jager-verzamelaars zijn onze genen slechts 0,1% veranderd. Al lijken we nu van buiten allemaal ontzettend verschillend, we zijn voor 99,9% gelijk. Misschien past ons lichaam zich op termijn (lees: in de komende 50.000 jaar) wel aan aan het huidige voedingspatroon, maar wil je dat afwachten? Om sterk, slank, fit, energiek en gezond te zijn moeten we eten en bewegen zoals de oermens dat deed.
Maar de oermens leefde toch maar kort?
Deze vraag is een veelgebruikte tegenwerping als het om oervoeding gaat. We worden tegenwoordig inderdaad veel ouder, maar hoe worden we ouder? Een meisje dat nu geboren wordt, heeft een levensverwachting van ruim 82 jaar. Het vervelende is wel dat zij naar schatting meer dan de helft van haar leven ziek zal zijn. Leuk vooruitzicht…
“De oermens werd niet oud genoeg om de ziektes te ontwikkelen waar we nu mee te maken hebben.” Dat is ook een veelgebruikt tegenargument, maar in mijn ogen eigenlijk een non-argument. Mensen van alle leeftijden worden ziek. Dit kan iets kleins zijn als eczeem of iets groots als kanker. Beide zijn ziekten die de oermens niet kende. Beide zijn signalen van het lichaam dat het door omstandigheden niet kan functioneren, zoals het behoort te functioneren. Die omstandigheden zijn divers, maar voeding speelt hierin een veel grotere rol dan we denken.
Ja, de oermens leefde kort, gemiddeld ongeveer 40 jaar. Strikt genomen was meer ook niet nodig om te doen wat dieren doen: zich voortplanten. Bevallingen verliepen echter niet altijd even goed. Dus er was veel kinder- en maternale sterfte. Verder waren ongelukken niet ongewoon. Een open beenbreuk geeft een infectie. Dan ga je dood. Als een giftige slang je bijt, ga je dood. Als je alleen de strijd aan gaat met een tijger, ga je dood. Zo was het leven toen. De moderne tijd brengt andere gevaren met zich mee. De stress waarin we nu leven, of dat nu een drukke baan is, elektrostress of milieuvervuiling, werkt ziekmakend. Maar met de voeding van toen en de medische technieken van nu zouden we minstens net zo oud kunnen worden als de huidige levensverwachting is, maar dan wel in goede gezondheid.
Claudy
op 15 Jul 2013Saapke Binnema
op 15 Jul 2013Jenaida van Wijk
op 18 Jul 2013Afieke
op 15 Jul 2013Eva van Zeeland
op 17 Jul 2013Erik
op 22 Jul 2013Eva van Zeeland
op 23 Jul 2013Chantal
op 22 Jul 2013