Calcium is het meest voorkomende mineraal in je lichaam en ruim 90% is te vinden in botten en tanden. Ook is calcium nodig voor het goed functioneren van de spieren en voor het geleiden van prikkels naar de zenuwen. Calcium is verder onder andere betrokken bij de bloedstolling, de celgroei en de hormoonstofwisseling.
Calcium komt voor in melk, kaas en andere zuivelproducten. Daarnaast in noten, peulvruchten, groene bladgroenten, broccoli en wortelgroenten. Ook zijn zalm, sardines en tofu een bron van calcium.
Calcium suppletie is in tal van studies effectief gebleken tegen osteoporose (botontkalking). Bij vrouwen boven de 40 en voor de menopauze blijkt calcium suppletie de afname van botdichtheid af te remmen. Na de menopauze blijken calciumsuplementen de eerste 5 jaar niet veel effect te hebben op botverlies. Dit komt omdat de oestrogeenspiegel sterk daalt, als gevolg hiervan stijgt de calciumspiegel in het bloed en neemt de calciumopname uit de voeding af. Na deze 5 jaar heeft calciumsuppletie een significant effect (tot 50% minder afbraak) op de verdere afname van het botweefsel. Het merendeel van de studies laat zien dat de beste effecten te zien zijn indien er gelijktijdig met calcium ook vitamine D gebruikt worden.
Waar zit het in?
Calcium komt voor in melk, kaas en andere zuivelproducten. Daarnaast in noten, peulvruchten, groene bladgroenten, broccoli en wortelgroenten. Ook zijn zalm, sardines en tofu een bron van calcium.
Naam | Calcium |
Wetenschappelijke naam | Calcium atoomnummer 20 |
Ook bekend als | Ca- carbonaat, gluconaat, citraat, dolomiet, oesterkalk, chelaat |
Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) | 1.000 – 1.200 mg |
Orthomoleculaire dosis | 500 – 1.500 mg |
Osteoporose
Calcium suppletie is in tal van studies effectief gebleken tegen osteoporose (botontkalking). Bij vrouwen boven de 40 en voor de menopauze blijkt calcium suppletie de afname van botdichtheid af te remmen. Na de menopauze blijken calciumsuplementen de eerste 5 jaar niet veel effect te hebben op botverlies. Dit komt omdat de oestrogeenspiegel sterk daalt, als gevolg hiervan stijgt de calciumspiegel in het bloed en neemt de calciumopname uit de voeding af. Na deze 5 jaar heeft calciumsuppletie een significant effect (tot 50% minder afbraak) op de verdere afname van het botweefsel. Het merendeel van de studies laat zien dat de beste effecten te zien zijn indien er gelijktijdig met calcium ook vitamine D gebruikt worden.